Weer een ochtend met een bestemming, en dit keer naar de ferry om in Wellington te komen. Onderweg hadden we een leuke verrassing: een van de stops ging naar een poel van jonge zeehonden waar we een paar meter van een stuk of 15 spelende jonkies stonden! De moeders laten hun kinderen daar (een soort een onbewaakte crèche) om in de gevaarlijke zee op vis te jagen.
Na een korte stop moesten we echter al weer door om op tijd te blijven. Ruim op tijd kwamen we in Picton aan, waar we een uur hadden om te lunchen (Subway!) voordat we konden inchecken. Netjes op tijd bracht hij ons naar de ferry, waar het lange wachten begon..
Na heel veel wachten besloten Harrie en ik een rondje op de boot te lopen. Bleek er een etage lager een bioscoop te zijn! Met een natuurfilm, heeft nu weinig zin meer om daar te gaan zitten: zijn er nu al bijna.
Half 6 / kwart voor 6 waren we in Wellington, en werden we bij het hostel afgezet. Bij het inchecken kregen we een bonnetje voor “een gratis snack”. Voor $2,- kon je de snack opwaarderen tot een echte maaltijd. Wij hebben ook nog extra betaald voor een drankje bij het bord pasta. Niet bijzonder, maar inmiddels hadden we ook geen zin om zelf nog wat te gaan koken.
Om zeven uur liepen we nog naar het Te Papa-museum. Normaal zijn we niet zo van de musea, maar dit scheen echt leuk te zijn – en het was gratis. Harrie zei van tevoren dat ie er maar een uur binnen zou blijven; maar uiteindelijk was het 5 voor negen, en bijna sluitingstijd! Het was een heel bijzonder museum waar je je zo een dag kan vermaken. Nieuw-Zeeland is relatief erg jong, en heeft dus qua bevolking weinig historie. In het museum stonden erg veel interactieve dingen (ook leuk voor kids!), zoals een huis dat gaat bewegen alsof er en aardbeving is, en ook spelletjes “wat neem ik mee als buitenaards wezen, om te overleven op een onbekende planeet?”.

Helaas hadden we vrijdag geen vrije dag in Wellington, dus gingen we dus bus weer in. Dit was echt de langste busrit in heel Nieuw-Zeeland: van half 8 ’s ochtends tot een uur of 7 diezelfde avond. Er werd alleen gestopt als het nodig was: voor het toiletbezoek of voor de verplichte chauffeursbreak in de reistijden. Rond vijven hadden we “happy hour” geintroduceerd in de bus: de fles wijn moest nog op! De chauffeur vond alles best, maar later hoorden we dat dit tegen de regels was! Ik kende de regel “geen melk in de bus”, vanwege de niet schoon te maken kotsgeur, maar de regel “geen alcohol”?
Uiteindelijk werden Harrie en ik als laatst bij ons hostel afgeleverd. Daar hadden we wat check-in problemen, omdat ze extra geld wilden voor betaling met creditkaart. Bovendien wilden ze een borg van NZ$50,- en dat mocht absoluut geen Amerikaanse, Australische dollar of euro zijn. De borg zouden we toch de volgende ochtend weer terugkrijgen, wat maakt t uit?!
Na het gedoe gingen we richting het centrum, waar we de Stray groep voor het laatst zouden zien. De groep was erg klein: een meisje was op haar kamer gebleven, en onze Franse wijnkenner uit de groep maakte het niet laat. Dat betekent dat we met z’n vieren waren: Jessica, chauffeur Rob, en wij. Het maakte het niet minder leuk, want het was een gezellige avond voordat we de volgende ochtend het vliegtuig pakten naar Zuid-Amerika. Santiago de Chile, here we come!