De laatste stop van de Trans-Mongolië Expres: Beijing! In Ulaan Baatar hadden we (in tegenstelling tot Moskou) alvast opgezocht hoe we bij het hostel moesten komen; metro lijn 2, en dan stukje lopen. De metro kostte maar 2 yuan p.p.; dat is 25 cent ieder. Maar om te kunnen betalen, moesten we eerst even pinnen. We hadden verwacht dat we (net als bij een luchthaven) bij de uitgang konden pinnen. Niet dus, dus eerst op zoek naar een “ATM”. De pinautomaten in de omgeving van het station deden het niet. Inmiddels bijgestaan door een behulpzame Chinees gingen we op zoek naar eentje die wel geschikt was voor onze passen. Hij wist te vertellen dat het vrijdag-zaterdag-zondag een feestdag was, dus bij de balie konden we ook geen geld regelen. Na een aantal pogingen moest hij verder, maar wilde hij onze taxi wel voorschieten. Dit hebben we vriendelijk geweigerd, en zijn naar het hostel gaan lopen. Harrie heeft GPS op zijn mobiel (=soort TomTom) en het was inmiddels nog maar 4 km. Al gauw hadden we een ATM gevonden waar we wel konden pinnen, dus gingen met een volle portemonnee verder wandelen.

Het hostel was vrij groot (100 kamers?) en wel gezellig. Het personeel spreekt allemaal Engels en dat is inmiddels heel wat waard! De eerste avond hadden we lekker lui in het hostel gegeten (een grote hamburger met patat) en zijn we op tijd naar bed gegaan. Zaterdag (2e avond) hebben we heerlijk Chinees gegeten voor maar 5 euro incl. drank! De menukeuze bleef beperkt tot plaatjes aanwijzen, want dat Chinees lezen kost echt wat meer tijd om te leren.. Zondag hebben we om dat te compenseren Pekingeend gegeten, de specialiteit van Beijing. Maandag bij de lunch hadden we rijst met vanalles en nog wat, en als diner – als afsluiter van Beijing – gewoon lekker pizza in het hostel gegeten!

Qua toeristische trekpleisters in Peking, hadden we een wat slechte start: het kostte even wat tijd om erachter te komen dat “De Verboden Stad” ook “The Palace Museum” genoemd werd. Nadat we dat hadden ontdekt, hadden we toch ook de Verboden Stad gezien. We hebben verder het Plein van de Hemelse Vrede, de Tempel van de Hemel bekeken, het Olympisch dorp (Beijing 2008) bezocht en we zijn uiteraard over de Chinese Muur gelopen. Dat laatste werd vanuit het hostel georganiseerd, dus dat was makkelijk en betrouwbaar. Erg goedkoop leek dit niet: 35 euro p.p.! Maar als je je daarbij realiseert dat Peking een grote (hoofd!)stad is, en je vervoer (van/naar hostel), een Engelssprekende gids, ontbijt en lunch erbij in zitten – lijkt het toch wel mee te vallen.

Dinsdagmiddag vertrekt het vliegtuig (nee, geen trein dit keer!) met ons naar Chengdu, de Panda-stad.