Na een lange nacht in de bus (geen bedden of ligstoelen!) kwamen we aan in Rainbow Beach, voor ons de plaats voor de take-off naar Fraser Island. We kwamen om een uur of acht ’s morgens aan en zouden pas de volgende dag vertrekken. Nog de hele dag voor andere dingen dus! Al snel bleek echter dat we niet veel mogelijkheden hadden om dingen te doen. Het dorpje was klein en saai, er was geen wifi bij het hostel en ons sim-kaartje had geen bereik. De keuze werd dan ook gemaakt om op bed te gaan liggen en bij te komen van de nacht in de bus. Net op tijd werden we wakker om de meeting van 14u bij te wonen ter voorbereiding op Fraser Island. Deze meeting was verplicht als je zelf ook in de jeep wilde rijden en dat wilden we natuurlijk! Na de meeting hebben we nog inkopen gedaan voor de komende drie dagen en verder gerelaxt op onze privé dorm (van de zes bedden waren alleen de onze in gebruik).

De volgende ochtend moesten we ons om half 8 melden voor het inpakken van de jeeps. Op de foto’s is te zien hoe georganiseerd dit allemaal ging en om half 9 waren we ook al onderweg.  Helaas waren wij ingedeeld in de jeep bij de gids, dus wij konden voorlopig niet zelf rijden.

Rainbow Beach ligt echt vlak bij Fraser Island, want na 10 minuten rijden stonden we ook al bij de ferry. Eenmaal op Fraser zagen we al snel een dingo (daar staat het ook een beetje bekend om), die een dode schildpad aan het eten was. Na ongeveer een uurtje rijden, stopten we voor een vroege lunch om daarna door te gaan naar onze eerste bestemming: Lake McKenzie. Hier verbleven we ongeveer twee uur en daarna gingen we door naar het kamp.

Op dag twee ging de tocht verder naar het noorden voor een bezoek aan Indian Head en de Champagne poelen. Vandaag hadden wij voor onszelf ook een plaatsje in een auto zonder gids weten te bemachtigen, waardoor we zelf konden rijden. Pleunie kreeg onder andere het stuk van Indian Head naar de Champagne poelen. Een superleuk stuk om te rijden, want het was heel los (zacht) zand waar vaak auto’s vast kwamen te zitten. Vol gas (3e versnelling, lage gearing) was de tip van de gids en zo kwamen we er inderdaad zonder problemen door. De champagne poelen zijn poelen in de rotsen die bij een hoge golf gevuld worden met zeewater. Hier konden we dus even zwemmen, zonder gevaar te lopen van de stroming of de haaien / pijlstaartroggen / etc.

Op de terugweg van deze twee plekken, stopten we nog bij het scheepswrak wat op Fraser Island ligt. Dit hadden we na een paar minuten al wel gezien, maar toen werden we getrakteerd op een bijzonder mooi stukje natuur. Niet ver van het strand zagen we een walvis, continu met zijn staart op het water slaan. Tijdens het schieten van tientallen foto’s van deze staart, bedacht een andere walvis dat hij dan nog iets spectaculairders kon dan slaan met zijn staart. Hij begon vervolgens uit het water omhoog te komen om zich dan zijlings weer terug te laten vallen. En wonderlijk genoeg hebben we het voor elkaar gekregen om hier op het perfecte moment een foto van te maken zoals jullie kunnen zien! Na dit fantastische schouwspel, brachten we nog even een bezoek aan een kreek (de grootste op Fraser Island), waarna we weer koers zetten naar het kamp.

Op dag drie hebben we niet veel meer gedaan. Onderweg terug naar de ferry hebben we nog een bezoek gebracht aan een ander meer met zandduinen. Hier moesten we wel 45 minuten voor heen- en teruglopen! Bij terugkomst bij de jeeps, hebben we nog even gezellig geluncht om daarna koers te zetten naar de ferry. Helaas waren we een van de laatste groepen blijkbaar, want bij aankomst daar bleek er een rij te staan van meer dan een uur! Heel erg vonden wij dat niet, want op het strand waar we moesten wachten voor de ferry werden we nog uitgezwaaid door een dingo en wat dolfijnen (op 6 á 8 meter afstand van het strand!). Uiteindelijk waren we rond 16u weer terug in het hostel, waarmee ons Fraser Island avontuur er weer op zat.