Vrijdagochtend om kwart over 5 waren stonden we al klaar voor de bus. Iedereen werd bij z’n hostel opgehaald, en uiteindelijk zaten we in een groep van… zes! Ja, erg klein groepje dus. Een Amerikaans koppel, twee Australische meiden en wij. Voor ons was er één gids, één kok, en nog acht dragers mee! We moesten namelijk tenten hebben om in te slapen, tenten om in te eten, stoeltjes, tafel, borden, bestek, gas om op te koken en natuurlijk al het eten voor de vier dagen.

De matjes en slaapzakken moesten we zelf dragen; maar er was (vooraf) een mogelijkheid om voor 6 kg p.p. een drager in te huren. Wij hadden besloten om 1x 6kg te laten dragen, wat 2 slaapzakken en 1 matje was. Harrie droeg de rest van onze spullen..

In Ollantaytambo kregen we de mogelijkheid om te ontbijten. We hadden om half 6 een bolletje gehad, maar onze magen konden dat maar met moeite herinneren. Bovendien zouden we nog een pittig tochtje voor de boeg hebben voordat we lunch kregen. Het werd een ontbijtbuffet met koffie, thee, sap, pancakes, ei en brood. Na deze stop reden we nog een klein stukje verder naar “km 82”, het startpunt van de Inca Trail.

Na wat foto’s, wachten op iemand die de tas van het Amerikaanse stel kon naaien(!), en wachten in de rij waar onze kaarten gecheckt werden, konden we een stempel in ons paspoort krijgen! Daar zeggen wij geen “nee” tegen, en hebben dus onze eerste officiële Inca Trail-stempel als bewijs in ons paspoort! Vervolgens konden we op weg. We moesten een brug over en kregen gelijk al onze eerste steile klim voor de kiezen.

Hier en daar namen we wat pauzes, waar we soms een verhaaltje hoorden en andere keren tijd kregen voor wat water en een kleine snack. Er waren onderweg verrassend veel kraampjes waar we wat drinken hadden kunnen kopen, ware het niet dat we de adviezen van kantoor (om veel water mee te nemen) hadden opgevolgd. En die liters (kilo’s!) zaten allemaal in Harrie zijn backpack.

We kregen een uitgebreide lunch geserveerd in een tent. De “chasquis”, de dragers, waren voor ons uit gerend om de tent op te zetten en het eten te bereiden. Na de lunch hebben ze afgewassen, de tenten afgebroken en alles ingepakt. Ondanks onze voorsprong waren ze weer eerder op de overnachtingsplek van de eerste nacht: Wayllabamba. Dag 1 was een “opwarmertje”, maar was toch vrij pittig. Toen we boven waren, kregen we een applaus, wat erg mooi was.

Dag 2 zou een stuk zwaarder worden. Gelukkig kregen we een ontbijt met brood en een enorme schaal met fruit en yoghurt! We begonnen de tocht met een stempel in ons paspoort, en zagen een weegschaal. Die was eigenlijk bedoeld voor de chasquis, maar we hebben Harrie’s tas er ook op gezet. Ruim 17 kilo; dat betekent ruim 20 bij het begin! Gelukkig kon iedereen zijn eigen tempo lopen. Toch was Harrie niet de beperkende factor, maar ik met mijn longcapaciteit! We moesten een top over van 4200 meter, wat toch best hoog (en dus ijl) was.

Ook vandaag hadden we het gered, weer mede dankzij het heerlijke eten tijdens de 3-gangen lunch. We sliepen de 2e nacht op 3600m, in Pacamayo; 600m hoger dan de eerste nacht. Het was hier echter ook een stuk kouder, dus waren we erg blij met de warme slaapzakken. Mijn blijdschap was echter maar van korte duur toen ik om 22:00u wakker werd: ik voelde me niet lekker. Ik weet niet hoe je dit netjes moet zeggen: ik heb bijna de hele nacht wakker gelegen om te kotsen, en kreeg last van diarree.

Dag 3 stond bekend als een uitdaging, en in deze toestand een enorme! Eerst een zakje ORS naar binnen gewerkt, een pilletje tegen diarree gekregen en toen een droog broodje en wat crackers. Deze ochtend werd uitgekozen om die harde werkers (chasquis) aan ons voor te stellen. Vervolgens mochten wij onszelf aan hun voorstellen.

Harrie had al ergens stempels geregeld, zodat we op pad konden. We begonnen gelijk met een stukje bergop, waar ik al snel drie keer stopte vanwege de misselijkheid. De gids liet me iets inademen, wat hielp… voor twee minuten. Ik heb een aantal keer gedacht dat ik ergens langs de kant van de weg zou gaan liggen om te gaan slapen, maar Harrie bleef me continu aanmoedigen. De groep wachtte regelmatig op mij/ons, maar het duurde tot na de lunch (al bijna drie uur ’s middags) voordat ik me enigszins beter voelde. Schijnbaar gaat het beter als je energie in je lichaam hebt, als je de Inca Trail wil lopen.

Op een of andere wijze hebben we het toch tot Winay Wayna gehaald, waar we de derde nacht zouden slapen. Dit heeft echter wel bijna 12 uur geduurd, maar ik kon eindelijk gaan slapen! De tent stond uiteraard al, maar er werd nog diner geserveerd. Bijna misselijk van de slaap wilde ik liever slapen, maar omdat ik tijdens de lunch niet heel veel had gegeten, leek het ons wel verstandig om nog wat energie naar binnen te werken. Na het eten was het tijd voor de fooien, omdat we vroeg op moesten en de dragers na het ontbijt niet meer zouden zien. Ik had daar echt geen puf meer voor, dus heeft Harrie de honneurs voor ons beiden waar genomen.

De volgende ochtend ging het een stuk beter! Om 3:30u werden we wakker gemaakt. Iedereen kleedde zich aan in het donker, en ik ging nog even naar de wc. Het duurde even voordat ik die had gevonden, en nog langer voordat ik de juiste weg terug had gevonden in het donker. Net toen Harrie op het punt stond mij te gaan zoeken, kwam ik terug bij het kamp. Iedereen had al ontbeten, maar er was gelukkig nog een pannenkoek voor mij over. Snel naar binnen gewerkt, om vervolgens ruim drie kwartier in een rij te gaan wachten.

Toen de controlepoort open ging, ging het ook vrij vlot. Het was nu een soort “race” tussen de groepen naar de Zonnepoort. We stonden zo vroeg op om hier mooi uitzicht te hebben, maar het was enorm mistig! Het voordeel was wel dat we op tijd bij Machu Picchu aankwamen, de oude Inca stad. Het was wel wat mistig, maar er waren nog amper toeristen te zien. Harrie was even op en neer gerend naar een wc, die op dit laatste stuk ver te zoeken was. Hij was weer op tijd terug om te poseren bij Machu Picchu, en toen kregen we een rondleiding van onze gids.

We hebben zelf nog even rondgedwaald door Machu Picchu, wat we echt enorm indrukwekkend vonden. Zelfs over de terrassen was uitgebreid nagedacht, zodat er zo efficiënt mogelijk op verbouwd kon worden. Daarna gingen we naar Aguas Calientes, waar we om 13:00u weer zouden verzamelen om “ginny pig” (cavia) te proberen. We waren er om 12 uur al, en bestelden alvast wat te eten. Na een ontbijt om 4 uur hadden we nu toch al wel weer enorme trek gekregen!

Om 1 uur ’s middags was de groep compleet en werd de cavia geserveerd. Het was niet bijzonder lekker, weinig vlees en veel botjes. Wel goed om geprobeerd te hebben, het is hier in Peru namelijk wel een delicatesse. Tijdens de lunch hadden we het over relaxen en massages. Onze gids wist wel een goede massagesalon en hier hebben we alle zes een massage geboekt. Het was een beetje regenachtig, dus besloten we niet meer naar de “hot springs” (natuurlijk verwarmde zwembaden) te gaan. We wilden namelijk wel graag een douche of bad om het vieze zweet af te spoelen; die mogelijkheid heb je tijdens de Trail namelijk nergens. De massage die we hadden geboekt kwam namelijk met gratis gebruik van een douche!

Onze reservering was om 3 uur, maar ze waren niet zo stipt en we waren half vier pas aan de beurt. Geen probleem, want een uur massage bleef een uur massage. We kregen de “Inca massage”, inclusief hot stone massage. Heerlijk na die vier dagen lopen!

’s Avonds hadden we eerst een trein, die onverwacht luxe was. We kregen zelfs een gratis drankje! Na de trein moesten we overstappen op de bus, die ons om elf uur ’s avonds vlakbij Plaza de Armas weer in Cusco afleverde. Vanaf hier was het nog een paar minuutjes lopen naar ons hostel, voordat we na deze lange dag weer konden slapen. De tassen halen we morgenochtend wel op uit de opslagruimte…