De bus van Santiago naar Buenos Aires duurde zo’n 22 uur. Normaal gesproken geen probleem (meer), maar nu was de “cama” volgeboekt en zaten we slechts “semi-cama”; het is toch een stukje minder lekker slapen, als de stoel niet plat kan! Gelukkig zijn we eerder in de reis al (veel) erger gewend en konden we het wel hebben. We moesten er natuurlijk ook weer even uit voor de grensovergang, wat nu echt niks voorstelde. We moesten in de bus grenspapieren invullen, maar bij de loketten wilden ze die niet aannemen en zetten ze gewoon nog een stempel – in ons inmiddels al vrij volle paspoort.

In Buenos Aires hadden we al een hostel geboekt in hartje centrum, op 3 minuten lopen van het metrostation af. Het probleem was alleen het metrostation vinden vanaf de busterminal! Na een aantal keer vragen in mijn beste Spaans werd ik elke keer een andere kant op gestuurd. We waren het zat en wilden wel een taxi nemen, maar die vroeg een absurd hoge prijs en was niet bereid om op de meter te rijden. Op een gegeven moment heeft Harrie zijn backpack afgedaan en is nogmaals gaan zoeken; jawel, eindelijk gevonden! Hier keken we naar welke halte we moesten; 2 haltes verderop – dat hadden we in de tussentijd nog beter kunnen lopen! Daarna ging het vervolgens allemaal erg rap.

Iets was je moet doen in “Buenos – tango – Aires”, is natuurlijk tangolessen nemen! Eind van de middag zijn we naar “Confiteria Ideal” gegaan. Dit is volgens de Lonely Planet een van de oudste en traditionelere plekken om de tango te dansen en waar je ook lessen kan volgen. Je komt gewoon opdagen op een van de geplande lestijden, en dan koop je een kaartje en ga je naar boven. Op het moment dat wij onze eerste les namen, was er ook een “milonga” (dansavondje) bezig, erg leuk om anderen te zien dansen. Samen met een Nederlands stel en een aantal gevorderden hadden we een tango les. De leraar was erg aardig, maar hield zich vooral bezig met de gevorderden. Hij heeft ons 8 passen geleerd, die we eindeloos lang moesten oefenen. Het was iets anders dan we in gedachten hadden, maar het was wel heel gezellig en een leuke kennismaking met de Argentijnse tango.

Donderdag hebben we het lekker rustig aan gedaan. We wilden eigenlijk naar een gratis toer, maar toen we ons meldden bij de receptie bleek dat we bij een plein hadden moeten verzamelen. We zijn nog even naar het plein gerend, maar de toer was al weg. We hebben gelijk maar even genoten van het uitzicht voordat we weer terugliepen richting hostel. Harrie zijn haar was inmiddels alweer vrij lang, dus een kapper zou geen kwaad kunnen. Voor Pleunie’s haar was een kapper ook geen overbodige luxe, het is sinds het vertrek niet meer geknipt. Tussen het plein en het hostel kwamen we een kapperszaak tegen en gingen gelijk naar binnen. Hij knipte alleen heren, dus voor Pleunie mochten we nog verder zoeken, maar Harrie kon in de stoel. De beste man was een oude man, die zijn kaartje meegaf waarop stond dat hij “wereldkapper” was. Toen we daarnaar vroegen, liet hij vol trots al zijn prijzen zien en vertelde hij dat hij mannen als Messi en Maradonna had geknipt. En dan te bedenken dat ie Harrie modelloos moest millimeteren!

Vrijdag gingen we op ons eigen houtje de stad maar verkennen. We hadden in de Lonely Planet een stadwandeling gezien, en hadden die ingetekend op onze kaart van Buenos Aires. We hadden er zelf een kleine variatie op gemaakt zodat “La Recoletta Cementario” er ook in voorkwam. Dit is een heel bijzondere begraafplaats waar mensen niet gewoon in rijtjes onder de grond liggen. Op dit kerkhof staan enorme bouwwerken; huisjes, altaren, kunstwerken en wat al niet meer. Het is dan ook niet voor niets dat hier alleen de elite ligt begraven. Ook Evita Peron ligt hier begraven, al hebben we haar helaas niet kunnen vinden.

De wandeling was relaxt maar leidde ons niet echt naar bijzondere plekken, behalve het “Plaza de Mayo” met het Roze Huis. Dit is een imposant plein waar weer een hele geschiedenis aan kleeft. Het Roze Huis is net als het Witte Huis een overheidsgebouw; maar dan roze. Oorspronkelijk geverfd met koeienbloed, maar tegenwoordig gebruiken ze normale verf (wat niet zo stinkt!) waardoor het meer zalm-roze is geworden. Omdat de president hier werkt, is en blijft het plein natuurlijk ideaal voor demonstraties, zoals in het verleden al oh-zo-vaak is gedaan.

“La Boca” is een heel bekende wijk, maar ook erg berucht. Er gaan veel geruchten dat het er gevaarlijk is als je daar met grote camera’s rondloopt, buiten de toeristische straten ronddwaalt en wat al niet meer. In het weekend is het wat drukker en gaan er veel toeristen naartoe. We weten niet in hoeverre het allemaal waar is, maar om het zekere voor het onzekere te nemen gingen we er op een zaterdag naartoe en namen we alleen een pocketcamera mee. We namen de bus – omdat er geen metro in de buurt liep. De kaartautomaat in de bus lijkt wel een kermisattractie! Er kan alleen muntgeld (zeldzaam!) in. Grote supermarkten zijn zo’n beetje de enige plek waar je daaraan komt.

In La Boca aangekomen zijn we over de kunstmarkt gelopen en hebben we de kenmerkende gekleurde huisjes gezien. De wijk is een schitterend dorpje op zich. We zijn ook naar het voetbalstadion lopen van Boca Juniors (net als RiverPlate, een enorm populaire voetbalclub), wat eigenlijk best een lelijk stadion was. Na tig souvenirswinkeltjes in- en uitgelopen te hebben, liepen we ook langs een kapper. Hier knipten ze tenminste ook dames, dus ging ik zitten. Mijn Spaans is best aardig, maar is niet gespecialiseerd in “kappers termen”. De kapper zag eruit alsof ‘ie verstand had van knippen en ik liet hem zijn gang maar gaan. Het resultaat was kort, en dat is ook wel fijn met dit hete weer.

We besloten om ook te gaan lunchen in La Boca, en bestelden een “Parilla”, een mixed grill. Het klonk heel lekker, maar het viel tegen (met lever, zwarte worst en andere stukken vlees waar we allemaal onsmakelijke associaties mee konden maken). Het koppel aan het tafeltje naast ons had op basis van onze grill besloten om toch maar een ander gerecht te bestellen. Gelukkig was het zo veel dat we de lekkere stukken konden opeten en nog steeds een volle maag hadden! We maakten een praatje met het stel, en bleven aan de praat omdat onze rekening maar niet kon worden opgesteld. Na een aantal keer vragen waren onze buren uit Estland ook klaar met eten en vroegen ook een aantal keer om de rekening. We hebben ondertussen een afspraak gemaakt om die avond om gezellig met z’n allen te gaan stappen. Ja, zo makkelijk gaat dat als je op reis bent – probeer dat thuis ook maar eens voor elkaar te krijgen!

Zo gezegd, zo gedaan; de twee Esten zouden we in de bar van het (zuster)hostel zien. Onderweg naar de bar ontmoetten we een gozer die dezelfde kant op liep en begonnen ook met hem een praatje. Het is allemaal zo makkelijk als je reist, verbazingwekkend, en dus waren we al met vijf vrienden. We zaten eerst in de bar van het hostel voordat we naar de tweede bar (met live-muziek) gingen. Estland is net Rusland; die mensen kunnen dus zuipen, en ze zuipen niet alleen! We gingen daarna met de “party train” naar een club. De entree was een beetje rommelig geregeld, waardoor ik iedereen kwijt raakte. Het was warm en ik had wat te drinken nodig na al die Estse shotjes, maar Harrie had het geld! Gelukkig kreeg ik hulp van twee jongens van de organisatie en werd ik naar buiten (openlucht-club) gemanoeuvreerd waar we Harrie (en de anderen) ook snel weer hadden gevonden. De rest van de avond dus heerlijk samen gedanst in de buitenlucht!