Dag 1:
Donderdagochtend gingen we de camper ophalen. “Off we go”, dachten we.. maar we werden niet gelijk geholpen, en vervolgens nam het papierwerk nog wat tijd in beslag. Na de uitleg mochten we de camper dan eindelijk meenemen, spannend! We gingen eerst maar naar een “Woolworths”, een grote supermarkt waar we wat eten in konden slaan. In de outback zijn namelijk niet overal evenveel voorzieningen, dus voorbereid op pad gaan is handig.
Het autorijden ging nog niet helemaal soepel; ze rijden links, maar krijgt rechts dan nog steeds voorrang? Kijken in je spiegels is ook even wennen. En waarom gaat de ruitenwisser aan als je richting aan wil geven – oja, die hebben ze ook omgedraaid. Gelukkig zaten de pedalen wel op dezelfde plek! Eenmaal op weg wende het snel. Het voordeel van zo’n lange weg door niemandsland (outback) volgen is dat je toch niet vaak richting aan hoeft te geven.
Als eerste hadden we “Litchfield National Park” (NP) op de planning staan. Er zat een wegenboek in de camper, maar de borden waren duidelijk genoeg. We hebben daar termietenheuvels gezien, gezwommen in een meertje, en verschillende wandelinkjes gemaakt. Eind van de middag hebben we onze camper op een camping ín het NP neergezet. Er was geen receptie, alleen een stapeltje enveloppen en de uitgeschreven hoop dat ieder eerlijk het geld in de (honesty-)box zou doen. Omdat we niet zoveel kleingeld hadden, hebben we met de buren moeten wisselen om gepast te kunnen betalen. Het mooie van slapen in een NP: in de schemering zagen we daar zelfs nog een wallabie van dichtbij!
Dag 2:
Vrijdagochtend zijn we nog gestopt bij een mooie kreek in Litchfield NP, voordat we doorreden richting Daly Waters. Harrie heeft onderweg wat muziek op een usb-stickje kunnen zetten, want de radio-ontvangst verdween. Als mooie break in de middag, zijn we bij Mataranka Thermal Pool gestopt. Hier wonen enorm veel red flying foxes (grote vleermuizen), vanwege de kunstmatige bewatering van de bomen. Verder het pad af was er een natuurlijk thermaalbad waar we even in gebadderd hebben.
Rond vier uur ’s middags kwamen we bij Daly Waters aan, waar we zouden overnachten. Voordat we betaald en geparkeerd hadden, was het bijna half 5; happy hour! Hier, in the middle of nowhere, hadden ze een (naar eigen zeggen de oudste) bar! Na wat drankjes zijn we naar de camper teruggegaan om te koken – waar we op korte afstand van de camper kangaroe’s hebben gezien!
Ken je die tijdelijke wc’s voor bouwvakkers en festivals? Hier hebben ze de luxe versie, schoon en met douche erin. Daar hebben we nog dankbaar gebruik van gemaakt voordat we gingen slapen!
Dag 3:
Deze dag werd een kilometer-vreter-dag. We zijn kort gestopt bij het tankstation “Barkly Homestead Roadhouse”. Hier moesten we tanken – voor 2$ per liter! Als verontschuldiging voor de hoge prijzen ($1,50 is normaal) hing er een briefje: “wij moeten zelf onze energie opwekken, en de generatoren daarvoor hebben 500 liter diesel per dag nodig!” Gelukkig hadden we onze eigen lunch: luxe brood, ham en aardbeienyoghurt.
Eind van de dag kwamen we in Mount Isa aan – wat opeens een heel stadje is! We hadden honger en gingen maar bij de Mac eten. Hier eindelijk weer wifi, dus kort even de e-mail gecheckt! Helaas waren de supermarkten al dicht; dan maar de volgende ochtend, vroeg voor vertrek. De zoektocht naar een overnachtingsplek ging niet zo soepel. De eerste camping was vol, maar de tweede camping had nog wel plek. Met stroom kostte een stuk meer dan zonder, dus dan een plek zonder stroom. Omdat er genoeg plek was, mochten we alsnog op een plekje met stroom gaan staan. (Met stroom konden we de stopcontacten en dus ook de waterkoker – ipv de fluitketel – gebruiken.)
Dag 4:
De volgende ochtend gingen we eerst de tank volgooien. We vroegen bij het tankstation hoe laat de supermarkten hier opengaan. Zijn antwoord: vandaag blijven ze dicht, het is het zondag. Shit. Dan maar een duur brood bij het tank-winkeltje!
Ook vandaag stond er weer een kilometer of 1000 op de planning. Onderweg zagen we nog een struisvogel op de weg! (Wikipedia liet ons later weten dat dit een emoe was: struisvogels komen namelijk alleen in Afrika voor!) Vele kilometers later zagen we eindelijk weer bewoonde wereld – aangekomen bij de Oostkust! We wilden naar Townsville, maar door een navigatiefoutje misten we de afslag en reden we maar door tot Deeragun. Daar hebben we een camping opgezocht. Daar bleek aan de prijs dat we inderdaad weer in de bewoonde (lees: toeristische) wereld waren gekomen: we betaalden 2x zoveel voor een plekje!
Previous post
Darwin (12-09-2012 / 13-09-2012)
3 Responses to Roadtrip Darwin-Cairns: deel 1 (13-09-2012 / 16-09-2012)
Dat is wel leuk met een camper rijden ,Je kunt nu gaan en staan waar jullie willen ,
Weer een mooi verhaal ,leuk om zo op de hoogte te blijven ,nog veel plezier .
Mooi verhaal, ben zoooo benieuwd naar de foto’s!!!
Veel plezier nog down under! Lidy
En daar is het dan eindelijk: mijn favouriete werelddeel: Australie! Ik bezit een centimetertje Australie: een klein stukje Australisch boulder opaal (nationale steen van Australie) en ik heb een T-shirt met de Crest van Australie… maar jullie reizen gewoon rond in de “world down under” . Nu ben ik wel ernstig jalours. Veel foto’s please, mate (:
Comments are closed.