In Mongolië zouden we twee nachten buiten de stad slapen en een nacht in de hoofdstad (Ulaan Baatar). Buiten de stad is er een groot national park, genaamd Terelj National Park. In dit natuurgebied slapen Mongolen nog steeds in ger tenten; dus doen wij dat ook! We zaten in een ger-kamp met ongeveer 10 à 15 tenten. Harrie en ik hadden één zo’n ger tent voor onszelf. In zo’n tent staan er aan de zijkant 2 bedden en 2 banken. We zijn er niet uitgekomen wat hier het verschil tussen zou moeten zijn, maar het was in ieder geval een ruime tent! In het midden stond een tafeltje en een kachel. Ons kamp was een toeristenkamp, en dat was duidelijk te zien aan het sanitairgebouw (stenen gebouw met westerse toiletten en warme douches).

Wij werden daar door onze chauffeur afgezet en in onze tent gedropt met de mededeling dat we hier wel geld konden wisselen en excursies konden boeken. Hij verdween en wij maakten een rondje over het terrein, en gingen daarna even rusten in onze hut. Rond etenstijd gingen we naar de grote ger tent waar “restaurant” op stond. Geen engels, maar we werden aan een tafel gezet waar ons voorgerecht al klaar stond. Zonder een idee over hoe we dit gingen betalen, begonnen we te eten. Na afloop zagen we de anderen ook zonder te betalen weglopen, dus deden wij dat ook. In onze papieren zagen we later dat ontbijt, lunch en diner bij de prijs inbegrepen zat. Na de lunch hebben we nog een wandeling gemaakt in de omgeving.

Nu nog de excursies regelen… In het Mongools! We hebben onze vragen zelfs op een papiertje moeten schrijven, maar dat hielp niet veel. Uiteindelijk kregen we een “horse riding” geboekt voor 1 uurtje. De volgende dag op de afgesproken tijd stonden de pony’s al klaar. Na een uurtje paardrijden zagen we het kamp nog niet terug, dus Harrie probeerde dit aan onze begeleider uit te leggen. Hierop kwam het antwoord dat hij gewoon aan de teugels moesten trekken als hij wilde stoppen; hij begreep het dus niet. Na ruim anderhalf uur was ik het wel een beetje beu (in de hitte zonder drinken en met te korte stijgbeugels op een paard dat geen zin had om te lopen). Ik probeerde met mijn talenknobbel te vragen hoe lang het nog duurde, maar hij begreep alleen maar dat ik in het kamp wilde eten. Vervolgens draaide hij 180graden om en mochten we exact dezelfde weg terug: dat viel tegen, ik hoopte dat we er bijna waren! Uiteindelijk kwamen we 3 uur nadat we waren vertrokken weer bij het kamp terug, waar onze lunch op ons wachtte! Ik heb niet vaak zo genoten van een flesje water en een rijstmaaltijd, haha. De rest van de dag hebben we niet zoveel meer gedaan (behalve douchen en aftersun sprayen).

Overdag is het erg warm, maar ’s nachts koelt het enorm af! Na het eten werd het dus weer koud in het huisje. Deze avond kwam er iemand vragen of ze de kachel aan kon doen; prima, een heel stuk aangenamer zo!

De volgende ochtend werden we opgehaald door de chauffeur en naar on hostel gebracht. Daar hebben we dankbaar gebruik gemaakt van het internet (wifi) dat in het hostel aanwezig was om weer contact te leggen met het thuisfront. Later de middag zijn we naar een ATM gegaan om te pinnen en hebben alles tot op de laatste cent (!) uitgegeven op de lokale markt. Van Ulaan Baatar hebben we weinig gezien, want het weer was zo slecht dat we gelijk weer terug naar het hostel gingen. ’s Avonds hebben we daar in het keukentje gekookt en verder nog wat plannen gemaakt voor het reisvervolg in China. De volgende ochtend om 7.15 uur vertrok de trein weer naar Beijing, dus voor die tijd hebben we nog uitgecheckt en zijn we naar het treinstation gelopen.