Tijdens de busrit vanaf Potosí naar Uyuni hadden we alleen een paar koekjes op. We hadden in de mijnen geen mogelijkheid om een lunch te kopen, we hadden zo weinig tijd op het station en er kwam niemand met verkoopwaar de bus in. Pleunie ging dan maar slapen om de gedachten te verzetten, maar Harrie begon in zijn boek en schoot wat later een Boliviaanse oude man te hulp met zijn woordzoeker. Het was bijna jammer dat we in Uyuni aankwamen, want de oude man had de puzzel graag afgemaakt!

We gingen op zoek naar het zusterhostel van die ene in Potosí, omdat het ons (afgezien van de gesloten deur) wel was bevallen daar. Na wat verkeerd gelopen te zijn, bleek het geen hostel te zijn maar slechts een restaurantje. Een hoek verder zat een HI-hostel, en daar hebben we (sinds China) een kortingspas voor. Het hoogseizoen was blijkbaar over, want zelfs zonder kaart kregen we de kortingsprijs omdat het (supergrote!) hostel leeg was. Er was geen wifi, maar dat had geen enkel hostel in Uyuni, en geen ontbijt. Nouja, we konden wél naar eigen inzicht een kamer uitkiezen.

En snel eten! Het begon te regenen en te onweren, dus liepen we een van de eerste restaurantjes binnen die we tegen kwamen. Hier hadden we diner bij kaarslicht, want in heel Uyuni was de stroom uitgevallen. Na het eten gingen we op zoek naar een reisbureautje om ons een mooie toer aan te laten smeren. Uiteindelijk vonden we een driedaagse toer inclusief eten, drinken en een Engelstalige gids. Hij wilde niet onderhandelen over de prijs, maar hij was alsnog goedkoper dan de andere bureaus die we gevraagd hadden.

De volgende ochtend gingen we eerst op zoek naar ontbijt en internet, maar dat laatste was ver te zoeken. Ook de laatste inkopen (klein flesje sprite, koekjes, lollies, chips) deden we vóór 11 uur, want dan zou de jeep vertrekken. We hadden al kennis gemaakt met onze “nieuwe vrienden”, maar om 11 uur werd gezegd dat wij twee toch in een andere jeep moesten. Een nieuwe jeep – van een andere maatschappij – kwam voor rijden en daar ontmoetten we onze nóg nieuwere vrienden.

Na een kwartier stopten we op een plek waar een aantal verroeste treinen stonden. Onder de naam “trains cementary” werd dit opeens een toeristische attractie; ga dan naar het Spoorwegmuseum in Utrecht, daar is het toch wat interessanter gemaakt.

De eerste dag kwamen we gelijk op de “Salar de Uyuni”, met de zoutvlaktes. Het lijkt een beetje op lopen op ijs – maar dan superstroef! Er lag nog een hoop water op de vlaktes, waardoor we langzaam moesten reizen. Voor degenen zonder verstand van auto’s: zout / zout water is funest voor je auto, dus dat moet je echt niet laten opspatten! De chauffeur waarschuwde ons dat we daarom pas rond 10 uur ’s avonds bij onze slaapplek (en dus diner-plek) zouden arriveren als we naar het “Cactus-eiland” (IncaHuasi) wilden. Dit is een rotseneiland met heel veel cactussen in het midden van de uitgebreide vlakte van de Salar. De lunch was pas om twee uur en we hadden koekjes bij ons, dus het maakte ons niet uit als t wat later zou worden. De chauffeur probeerde het ons af te raden door te zeggen dat niemand er heen ging, maar toen we er aankwamen was het weldegelijk hartstikke druk!

’s Avonds kregen we de vraag waar ons beloofd is te gaan slapen. “In een 5 sterren hotel” kwam niet geloofwaardig over, maar wij wisten geen namen. In plaats van dat iedereen een slaapplaats reserveert, rijden alle auto’s in het wilde weg en vragen willekeurig of er plek is. Gelukkig hadden we na 2 keer vragen al mazzel, dus kon er begonnen worden aan het eten.

De volgende ochtend gingen we richting het zuiden van Bolivia. Er zijn hier praktisch nergens wc’s, maar wij vrouwen zijn creatief! We zijn de tweede dag bij een rails gestopt, bij een groot meer met heel veel flamingo’s, bij een versteende boom en wat losse rotsblokken en bij de woestijn van Dalí – met de berg van zeven kleuren – voordat we weer bij onze volgende slaapplaats arriveerden. Hier hadden we geen privé-kamer, maar een slaapzaal voor met z’n zessen.

De laatste ochtend van de toer moesten we op tijd opstaan; om 7 uur hadden we al een uur in de auto gereden, hadden we geisers al bezocht en zaten we in natuurlijke hot springs. Geisers hadden we ook in Rototua, Nieuw-Zeeland gezien. Maar ja, das dan ook beter ontwikkeld en heeft regels! Hier stond je en liep je dwars door de geisers en stonden er geen bordjes bij of hekken omheen. Het was dus belangrijk dat je zelf goed oplette, want de stoom van die geisers is dus echt enorm heet en je stapt anders al snel bovenop een klein bronnetje. Zo vroeg bij de hot springs aangekomen was het echt nog hardstikke koud! Maar dat was vergeten zodra je in het hete water stapte. Na een uur moesten we er echter toch uit en de auto weer in.

Na die bijzondere ervaringen gingen we dan toch écht naar de grens van Bolivia toe. Hier werden onze tassen van het dak gehaald en werden we achtergelaten. Er was hier niks anders dan leegte, wat toeristen en een heel klein kantoortje. In dat kantoortje hadden ze een exit-stempel, en mochten we officieel de grens over.. Nu maar hopen dat dat beloofde busje ons bij deze kale plek zou oppikken om ons dan naar San Pedro in Chili te brengen!